Hoe gezond is ons gezondheidssysteem?

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

In het algemeen zijn de Belgen best tevreden met hun gezondheidszorg. 78% vindt bovendien dat hij/zij in goede gezondheid verkeert. De zorgkwaliteit in ons land bevindt zich op het Europese gemiddelde. Wanneer we de criteria echter van naderbij bekijken, komt er een meer genuanceerd beeld tevoorschijn. Zo blijkt uit een onderzoek van het KCE.

Om de drie jaar publiceert het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) een check-up van ons gezondheidssysteem, samen met het RIZIV en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV). Het pas gepubliceerde rapport geeft een overzicht van de sterke en zwakke punten van het systeem over de periode 2008-2013 op basis van 106 indicatoren. Het helpt de beleidsmakers en verantwoordelijken bij het stellen van prioriteiten om het systeem performant te houden of zelfs te verbeteren. De oefening wordt uitgevoerd in vele Europese landen, die daardoor met elkaar kunnen worden vergeleken en doelstellingen kunnen bepalen om het niveau van de best scorenden te bereiken.

Een systeem met vele facetten

Een goede gezondheidszorg, wat betekent dat eigenlijk? Hoe kan dat gemeten worden? Het systeem bestaat uit vele facetten, en uit de meting van elk van deze facetten komt een globaal beeld naar voor van wat ons volledige gezondheidssysteem waard is.

Drie federale overheidsinstellingen, het KCE, het RIZIV en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), meten permanent de ‘performantie van het gezondheidssysteem’, en publiceerden zopas de derde editie van het rapport.

De onderzoekers namen 106 indicatoren over 6 grote domeinen onder de loep: gezondheidspromotie, preventieve, curatieve, langetermijn en palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Elk domein werd op zijn beurt geëvalueerd aan de hand van 5 criteria: kwaliteit, toegankelijkheid, efficiëntie (de verhouding tussen doeltreffendheid en kost), duurzaamheid en billijkheid.

Belgen tevreden, maar...

78 % van de Belgen vindt dat hij/zij in goede gezondheid verkeert. Dit resultaat ligt hoger dan het Europese gemiddelde. De Belgen zijn ook tevreden over hun gezondheidszorg. Wanneer we de criteria echter van naderbij bekijken, zien we een meer genuanceerd beeld en gaan er voor 34 van de 106 indicatoren alarmsignalen af. Enkele voorbeelden:

  • Ons systeem kan worden beschouwd als toegankelijk, dankzij onze ziekteverzekering en de vangnetten van onze sociale zekerheid voor de laagste inkomens (maximumfactuur, verhoogde terugbetaling van ziektekosten). Toch moeten de patiënten nog een groot gedeelte zelf betalen: 18% van de totale ziektekost, wat hoog is tegenover andere Europese landen.
  • Er worden nog te veel antibiotica gebruikt. In 2013 kreeg 42% van de bevolking minstens één maal antibiotica voorgeschreven. Dat is 2,5 maal meer dan in Nederland.
  • In de woonzorgcentra of de rust-en verzorgingstehuizen zijn de resultaten gematigd. Maar de bewoners krijgen moeilijk toegang tot een arts-specialist (bv. een oogarts voor de opvolging van diabetici). Een hoog aantal ouderen slikt dagelijks meer dan 5 geneesmiddelen.
  • De meeste Belgen overlijden nog in het ziekenhuis, terwijl de meerderheid dit niet wenst.
  • Ouderen worden steeds minder gevaccineerd tegen griep, terwijl deze ogenschijnlijk onschuldige aandoening precies in deze leeftijdsgroep jaarlijks heel wat dodelijke slachtoffers eist.
  • Er wordt onvoldoende gescreend op borst- en baarmoederhalskanker. Voor deze laatste is de dekkingsgraad 54%, terwijl het Europese gemiddelde 60 % bedraagt.
  • De resultaten van preventiecampagnes blijven ondermaats: het aantal volwassenen met obesitas blijft onveranderd, er wordt nog steeds veel gerookt, mensen bewegen nog altijd te weinig en bij jonge mannen is er nog veel riskant alcoholgebruik (binge drinking). Bovendien zijn er in dit domein nog vele socio-economische ongelijkheden, waardoor een deel van de bevolking de gezondheidsboodschappen onvoldoende begrijpt.
  • Ook een aantal indicatoren van de geestelijke gezondheid en de psychiatrische zorg zijn onrustwekkkend: er zijn nog altijd veel zelfdodingen, het aantal opnames in een psychiatrische instelling blijft stijgen en er worden steeds meer antidepressiva genomen. Daarbij komen nog de lange wachttijden voor een 1e contact met een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, wat de toegankelijkheid van deze diensten in vraag stelt.
  • Bepaalde soorten onderzoek gebeuren nog teveel (bv. bij radiologie) en zijn er nog te grote verschillen tussen ziekenhuizen voor bepaalde interventies (bv. keizersneden).


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content