© Getty Images/iStockphoto

En dan ben je grootouder van een adoptiekleinkind

Kersverse grootouders moeten vaak even op zoek naar een manier om die nieuwe rol in te vullen. Maar hoe verloopt dit proces als je kleinkind geadopteerd is?

Adopttè krijgt tegenwoordig wat tegenwind. Er gaan zelfs stemmen op om interlandelijke adoptie volledig af te schaffen omdat de ontworteling van de kinderen niet te onderschatten is. Feit is dat er nu al veel minder kinderen geadopteerd worden dan vijf jaar geleden (201 in 2015 tegenover 466 in 2010) en dat adoptieouders heel streng worden gescreend. “Er worden altijd ouders gezocht voor kinderen en niet omgekeerd”, zo stelt Inge Demol van Steunpunt Adoptie het. En die adoptieouders worden voorbereid om heel open om te gaan met het kind en zijn afkomst. Maar ook de grootouders hadden misschien bepaalde ideeën over welk gezin zij graag gewild hadden voor hun kind. Ook zij moeten wennen aan de idee dat ze adoptiekleinkinderen zullen krijgen. “Het is belangrijk dat ze erbij betrokken worden zodat iedereen er op dezelfde manier mee omgaat.”

Anders zwanger

Als je zoon of dochter je komt vertellen dat ze een kindje verwachten, voel je je meestal meteen erg betrokken. Oma in spe wisselt misschien leuke zwangerschapsanekdotes uit met dochterlief. En hoe dikker de buik, hoe dichterbij het moment waarop je dat kleinkind in levende lijve kan zien en knuffelen.

Bij grootouders van adoptiekinderen verloopt de voorbereiding helemaal anders. “Ze stellen zich vooral veel vragen,” weet Carole Vandaele die cursussen organiseert voor adoptiegrootouders. “Ze vragen zich af of hun kind zich geen problemen op de hals haalt. Uit bezorgdheid. Hun kind heeft vaak – niet altijd – al een weg afgelegd om zwanger te raken. Ze hebben fel meegeleefd tijdens de medische ingrepen, waren misschien opgelucht toen hun zoon of dochter kwam vertellen dat ze zouden stoppen met de behandelingen. Even later kondigen ze dan aan dat ze een kind willen adopteren. Ze vragen zich ook af waarom de procedure zo lang duurt. Ze zien beelden op tv van kinderen in tehuizen en kunnen moeilijk vatten waarom hun kinderen, die het goed menen, zo lang moeten wachten op een kindje.”

Andere start

Eens het kindje dan na een jarenlange adoptieprocedure bij zijn nieuwe gezin komt wonen, zouden de kersverse grootouders het liefst van al elke dag langsgaan om het te leren kennen en te vertroetelen. “Maar eigenlijk moeten ze in het begin wat aan de zijlijn gaan staan. In die eerste weken en maanden moet het kind een vertrouwensband met zijn adoptieouders opbouwen. Bij kinderen die een moeilijkere start hebben gekend, is het niet abnormaal dat ze in het begin wantrouwig zijn tegenover volwassenen”, zegt Carole Vandaele. “Die eerste weken moet het kind leren wie zijn primaire verzorgers zijn. Grootouders kunnen dit proces ondersteunen door, als het nodig is, even een stapje opzij te zetten. Als het kind valt, moeten in de eerste plaats de ouders het troosten.”

‘Hij lijkt steeds meer op de papa’, ‘Haar tante was ook altijd zo traag’. Het zijn vergelijkingen die we vaak maken in familieverband. “Ze zorgen voor een soort basis. Het karakter en het temperament van een adoptiekind kan overeenkomen, maar evengoed niet. Dat kan ongemak veroorzaken. Anderzijds kan het ook verfrissend zijn om onbevangen naar de ontwikkeling van het kind te kijken, hoe het bijvoorbeeld op een heel andere manier met de blokken speelt dan de andere kleinkinderen.”

Andere afkomst

Het verleden van adoptiekinderen is voor een groot stuk onbekend. De adoptieprocedure vereist dan wel dat de (medische) gegevens van de geboorteouders worden bewaard en kunnen worden ingekeken door de kinderen en de adoptieouders, er blijven altijd onzekerheden bestaan. “Wat er ook gebeurd is, het is belangrijk met respect te praten over de afkomst van het kind. Je mag het niet van tafel vegen als ‘ze hebben je daar achtergelaten en je mag blij zijn dat je hier terechtgekomen bent'”, aldus Carole. “Grootouders maken ook best goede afspraken met hun kinderen over wat ze gaan vertellen aan anderen. Natuurlijk mag je vertellen waar het kindje vandaan komt, maar hoeveel de adoptie heeft gekost, waarom het is afgestaan,... dat is eerder privé.”

“Grootouders moeten ook begrip hebben voor de moeilijkheden die soms gepaard gaan met het opvoeden van een adoptiekind. Goedbedoelde raad als ’toen jullie klein waren, deed ik dat zo’, is niet altijd relevant. Behandel je adoptiekleinkind zo veel mogelijk als je andere kleinkinderen, maar af en toe moet je toch die adoptiebril durven opzetten.”

Gewoon grootouder

In een omgeving die zich bewust is van de specifieke noden van het adoptiekind, kan het beter opvangen worden, maar Carole Vandaele benadrukt dat adoptiekleinkinderen vooral ook gewoon kleinkinderen zijn. “Hoewel grootouders in het begin vaak niet supporteren voor adoptie, komt het achteraf meestal goed. Grootouders kunnen een veilige baken zijn. Kinderen vandaag hebben het zo druk. Ze moeten van de school naar de pianoles, van de logopedie naar de voetbaltraining. Grootouders kunnen het zich veroorloven om gezellig te koken met hun kleinkinderen of eens rustig te gaan zwemmen.”

Jef Van Boven (67) “Soms zoek ik bij mijn adoptiekleinzonen naar trekjes van mijn dochter”

“Mijn oudste dochter en haar man hadden een kinderwens, maar ze konden geen kinderen krijgen. Ze hebben vrij snel beslist om te adopteren. Ik vond dat meteen een goede beslissing. Ik vroeg me wel af hoe dat praktisch zou verlopen: de procedure en de financiële kant van de zaak. En ik hoopte natuurlijk dat het goed zou komen met de kinderen. Ik heb vooral geluisterd en geprobeerd om te helpen waar ik kon. Maar dat is moeilijk omdat je zo afhankelijk bent van de adoptieorganisaties.

En dan ben je grootouder van een adoptiekleinkind
© WIM KEMPENAERS

Mateo (10, links op de foto) was bijna twee jaar toen hij vanuit Kazachstan naar België kwam. Mijn vrouw Hilde (63) en ik zijn het gezinnetje gaan oppikken aan het station. Het is anders dan je pas bevallen dochter bezoeken, maar ik zag vooral hoe blij mijn dochter was dat ze eindelijk een kind hadden waarover ze het volle ouderschap kregen. We hadden afgesproken dat we de eerste weken en maanden niet onaangekondigd op bezoek zouden komen en dat we hem niet zouden knuffelen. Natuurlijk wil je je kleinkind eens vastpakken, maar ik begreep dat dit nodig was voor de hechting met zijn nieuwe ouders. Mateo heeft de eerste twee jaar van zijn leven doorgebracht in een weeshuis. Daar werd goed voor hem gezorgd, maar ook niet meer dan dat. Het was veel moeilijker om dit uit te leggen aan anderen die er verder vanaf stonden. Noach (8, rechtop naast opa) en Milan (1, zittend op de tafel) zijn in België geboren. Ze waren veel jonger toen ze geadopteerd werden, waardoor de hechting iets vlotter verliep en ook niet zo heel anders dan met onze biologische kleinkinderen: die zijn nog zo fragiel dat je ze niet durft vastnemen. En als je eens een dagje voor ze zorgt, krijg je ook een hele handleiding mee: wat eten, wanneer slapen,...

Ik betrap me er soms op dat ik mijn adoptiekleinzonen vergelijk met mijn dochter. Ook de uiterlijke kenmerken. Dat is natuurlijk onzin. De oudste twee zijn erg temperamentvol. Een groot verschil met hun neefje, dat een eerder voorzichtig karakter heeft. Wat in hun genen zit, kan je niet veranderen. Maar in hun gedragingen zie je duidelijk de stempel van hun ouders. Noach begint zich vragen te stellen over zijn afkomst. Hij is samen met mijn dochter het adoptiedossier gaan inkijken. Hij heeft een foto gezien van zijn geboortemoeder en kent haar naam. Dat was voldoende voor hem. Ongewild vraag je je af waarom hij dat wil weten, of hij misschien niet gelukkig is. Maar hij weet goed wie zijn ouders en broers zijn. Als je die kinderen graag ziet, is alles opgelost. Of toch heel veel.”

Gekwetste helden

In het Museum Dr. Guislain loopt nog tot 16/4 de tentoonstelling Adoptie. Tussen avontuur en kwetsuur. De expo belicht het thema vanuit verschillende invalshoeken. Enerzijds is er de culturele fascinatie voor adoptiehelden, denk maar aan Superman, Tarzan en Mozes. Anderzijds tonen historische documenten, kunstwerken en foto’s de geschiedenis van de adoptiepraktijken sinds de 19de eeuw en op welke manier je afkomst de zoektocht naar de eigen identiteit kleurt.

Adoptie. Tussen avontuur en kwetsuur. Tot 16/4 in Museum Dr. Guislain, Gent. www.museumdrguislain.be

Partner Content