Burn-out beter voorkomen

Sinds 1 september moeten bedrijven maatregelen nemen om burn-out en stress bij hun werknemers zoveel mogelijk te voorkomen. Zo zullen werkgevers risico-analyses moeten uitvoeren en een meldingssysteem moeten opzetten. Meer info over deze wettelijke aspecten vind je via de link onderaan dit artikel.

Plus magazine lanceerde tijdens de zomer een oproep via deze site tot mensen die willen getuigen over wat burn-out precies heeft aangericht in hun leven. Dat leverde een massale respons op. Heel wat mensen benadrukten dat ze hun verhaal willen doen om anderen te waarschuwen niet in dezelfde val te trappen. Het waren teveel reacties om ze allemaal apart op te nemen. We selecteerden een greep uit deze boeiende getuigenissen.

“Toen de steun van mijn overste wegviel, ben ik gekraakt”

Tina had een topfunctie bij een overheidsdienst, waar ze leiding gaf aan ruim 900 mensen. Een job die ze met veel engagement uitvoerde, waarvoor ze 24 uur per dag, zeven op zeven bereikbaar was . Tot het ineens niet meer lukte . “Ik kwam na de middag naar huis, om enkele uurtjes bij te slapen en nadien weer volop aan de bak te gaan. Mijn metabolisme sloeg ervan op hol. Ik wist wel dat er iets niet klopte maar ik had nog niet door dat ik helemaal opgebrand was. Pas toen ik door een vriendin die verpleegster was, werd doorverwezen naar een centrum voor burn-out, zijn mijn ogen opengegaan. Daarvoor wilde ik het misschien niet zien. Bij de huisarts had ik al een paar keer verteld over mijn vermoeidheid en dat het zo niet verder kon. Maar ik wilde de vele mensen die op mij rekenden niet in de steek laten.”

Zij stond aan het hoofd van een grote sociale instelling, waar soms snel moest ingespeeld worden op crisissituaties. “Dat was ook de reden waarom ik altijd bereikbaar wilde zijn. Ik kon het me niet voorstellen dat ik mensen een nacht in de kou zou laten zitten doordat er niet tijdig een beslissing werd genomen. Er moest in zo’n geval steeds meteen een oplossing worden gezocht. Daarom nam ik erg weinig vakantie en op die momenten bleef ik steeds standby voor mijn diensten. Met de jaren nam de druk alsmaar toe. Het aantal personeelsleden steeg, het aantal directeurs en instellingen waarmee ik moest samenwerken nam toe, de sociale problematiek groeide aan terwijl de financiële middelen inkrompen. Lange tijd wist ik me geruggesteund door mijn rechtstreekse overste. Achteraf bekeken ben ik gekraakt, toen die mij heeft laten vallen. Dat is de aanleiding geweest tot mijn burn-out. Zonder waardering en hulp, kon zo’n slopende job niet meer volhouden.”

Rots in de branding

“Ik voelde me continu moe en uitgeput. Emotioneel stond ik op springen. Ik kon ineens beginnen huilen. Een sociaal leven had ik al lang niet meer. In die periode slaagde ik er met moeite in om voor mezelf en mijn zoon te zorgen. Ik wist dat er iets schortte maar ik hoopte dat ik er vanzelf zou doorheen geraken. Van mijn omgeving en familie kreeg ik nauwelijks steun. Ik botste op een muur van onbegrip. Ik was altijd die sterke vrouw, een rots in de branding voor iedereen. Niemand zag in dat ik hulp nodig had. “

“Ik vond voor het eerst begrip bij de psychiater met wie ik sprak op advies van een vriendin. Het was de eerste persoon die doorhad wat er met mij echt aan de hand was. Ik moest drie maanden thuis blijven om te herstellen. Dat zag ik aanvankelijk totaal niet zitten. Uiteindelijk ben ik vier maanden out gebleven. Weg van die werkstress, kreeg ik ineens af te rekenen met fysieke klachten. Mijn lichaam had overal pijn: gewrichten, benen, schouders. Ineens kon ik niets meer. Stap voor stap ben ik eruit geklommen, met veel gesprekken en medicatie.”

Ontslag

“Ik ben teruggekeerd naar mijn oude job, zonder dat er veel aan de werkomstandigheden veranderd was. Dat was achteraf bekeken geen goede zet. Maar dat werk was voor mij ook een beetje zoals mijn kind. Wat je hebt opgebouwd, dat laat je niet zomaar in de steek. Tot ik voelde hoe ik opnieuw begon af te glijden richting een burn-out. Ik moet ontslag nemen, dacht ik toen, om mezelf te redden. Mijn ouders begrepen me in die periode niet. Zij zagen alleen hoe ik mijn werkzekerheid zou verliezen. ‘Als ik hier niet stop, ben ik over een jaar dood”, heb ik hen toen op het hart gedrukt en ik heb ze op een dag meegenomen naar mijn werkplek. Om hen te laten zien wat er van mij allemaal verwacht werd. “

“Intussen heb ik die knoop doorgehakt en begin ik binnenkort in een nieuwe job. Een met minder acute stresssituaties maar ook een job waarin ik mijn werk anders wil aanpakken. De burn-out heeft mij als mens toch wel veranderd. Ik heb de voorbije jaren hard gewerkt en dat heeft privé toch heel wat opofferingen gevraagd. Mijn relatie is gestrand en ik heb heel wat momenten met mijn zoon moeten missen. Dat wil ik nu anders aanpakken. Nu neem ik vakantie met mijn zoon, zonder connectie met het werk. Ik ben me ook heel erg bewust van de signalen bij mezelf als het dreigt mis te gaan. Zo’n burn-out wil ik nooit meer opnieuw meemaken.”

Dit vertellen andere getuigen:

Viviane:

“Omdat velen denken dat een burn-out een depressie is wil ik toch getuigen dat men een burn-out kan hebben zonder dat men depressief is .Het heeft gelijke symptomen maar eenmaal de burn-out voorbij, kan men heel positief in het leven staan. Wel moet men alert blijven voor herval”.

Eva:

“Ik heb al tweemaal een burn-out gehad . Na de eerste dacht ik dat ik genoeg gewapend was om niet te hervallen , maar door mijn drang naar perfectie ben ik er opnieuw ingetuimeld . Nu ben ik deeltijds aan het werk en probeer ik mijn grenzen te bewaken. Dat lukt nu vrij goed . Ik durf mijn medicatie nog niet afbouwen want wil dit NOOIT meer meemaken. Ik ben verpleegkundige in het operatiekwartier .”

Boekentip: Opgebrand

Een burn-out treft nooit één persoon maar hakt stevig in op zijn hele omgeving: gezin, vrienden, collega’s. Bedrijfsjournalist Maarten De Gendt brengt ook dat aspect onder de aandacht in zijn waar gebeurd verhaal over zijn burn-out.

Als lezer krijg je inkijk in wat Maarten zelf voelt: woede, agressie, angst, verdriet, pijn maar hij laat ook zien hoe zijn vrouw, zijn zoontje, zijn naaste collega en een teamhoofd deze burn-out mee hebben beleefd. Zijn vrouw Kristel beschrijft hoe ze de eerste maanden haar eigen emoties on hold zet en het probeert te redden zonder klankbord, om haar man vooral niet meer te belasten. Op haar weegt ook de stress dat ze nergens anders haar hart kan luchten. De problemen van Maarten kan ze op haar werk niet bespreken, en ook niet met haar familie. Thuis durfde ze zich amper te bewegen uit angst Maarten te storen.

Zijn collega vertelt hoe ze de maanden nadien zelf in een burn-out dreigt te belanden doordat het werk van de zieke collega’s gewoon herverdeeld wordt over de blijvers. Ze ziet zichzelf in een gelijkaardige stroom belanden maar kan dankzij het voorbeeld van Maarten tijdig op de rem gaan staan. Ook zijn diensthoofd die zelf ervaringsdeskundig was, legt uit waarom ze het niet eerder had zien aankomen.. Dat maakt dit boek extra waardevol voor al wie met burn-out te maken heeft in zijn familie-of vriendenkring.

‘Opgebrand’, Maarten De Gendt; uitgeverij Davidsfonds, isbn 978 90 5908 553 4, 14,95 euro

Lees ook: Heeft uw bedrijf een arbeidsongeschiktheidsplan

Partner Content