Beter gebruik van antimicrobiële middelen

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Vandaag 7 april is het Wereldgezondheidsdag. Dit jaar vraagt de WGO onze bijzondere aandacht voor het beter en bepekter gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen om resistentie van gevaarlijke ziektekiemen te voorkomen.

Dat we langer en gezonder leven hebben we grotendeels te danken aan de vooruitgang van de geneeskunde. De ontwikkeling van antimicrobiële geneesmiddelen heeft daar ongetwijfeld een belangrijk steentje toe bijgedragen. Tot de jaren 40 maakten infectieziekten jaarlijks immers heel wat dodelijke slachtoffers. Vandaag vinden we deze geneesmiddelen zo vanzelfsprekend dat we vergeten zijn welke ravages sommige aandoeningen vroeger konden aanrichten.

Antimicrobiële middelen zijn alle geneesmiddelen die gebruikt worden om infecties te bestrijden die veroorzaakt zijn door micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Hiertoe behoren de antibiotica, antivirale middelen, schimmelwerende middelen en antiparasitaire geneesmiddelen.

Helaas heeft overmatig gebruik en misbruik van deze middelen de voorbije 70 jaar, zowel in de humane als in de diergeneeskunde ertoe geleid dat heel wat micro-organismes niet langer gevoelig zijn voor deze geneesmiddelen. Zij zijn resistent geworden en maken opnieuw heel wat slachtoffers.

Door het feit dat de mens veel mobieler geworden is en de hele aardbol rondreist, moet dit probleem op wereldschaal aangepakt worden. Resistente ziektekiemen kunnen immers in minder dan 24 uur naar de andere kant van de wereld worden gebracht.

Ontstaan van resistentie

Antimicrobiële resistentie treedt op wanneer micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels of parasieten erin slagen zich zo aan te passen dat de medicatie die gebruikt wordt om bepaalde infectieziekten te behandelen niet langer doeltreffend is.

Resistentie tegen geneesmiddelen wordt in de hand gewerkt door onoordeelkundig gebruik van de geneesmiddelen in kwestie, bijvoorbeeld door een te lage dosis te gebruiken (men vergeet af en toe een pil in te nemen), door de behandeling niet tot het einde af te maken (men stopt zodra men geen klachten meer heeft), door antibiotica te nemen in geval van een virale infectie (zoals bij een verkoudheid of griep) enz.

Steeds meer resistente bacteriën

Jaarlijks zet de overheid een campagne op touw om ons ervan bewust te maken dat we zorgzamer moeten omspringen met antibiotica. De opkomst en verspreiding van bacteriën die niet langer gevoelig zijn voor tal van antibiotica neemt immers ernstige vormen aan. Dat komt omdat antibiotica jarenlang al te gemakkelijk en ondoordacht werden gebruikt.

  • Lang niet voor elke bacteriële infectie is het nodig antibiotica te nemen. De meeste infecties genezen spontaan omdat ons lichaam over een heel degelijk eigen afweersysteem beschikt. Enkel mensen met een verzwakte immuunafweer (door ouderdom, door het bestaan van andere ziekten) moeten bij elke infectie antibiotica krijgen. Het ontstaan van bacteriën die niet meer op deze antibiotica reageren, is voor hen des te bedreigender.
  • Al te vaak worden antibiotica gebruikt bij virale infecties zoals een verkoudheid of griep. In deze gevallen hebben de antibiotica totaal geen invloed en zijn ze dus volstrekt nutteloos.
  • In de loop der jaren werden steeds krachtigere antibiotica ontwikkeld, die tegen meer bacteriën werkzaam waren, de zogenaamde breedspectrumantibiotica. Gedurende lange tijd schreven artsen al te gemakkelijk deze breedspectrumantibiotica voor, men was dan immers zeker dat ook de verantwoordelijke bacterie zou aangepakt worden. Intussen weet men dat dit hetzelfde is als schieten met een kanon op een mug. Het is veel beter eerst na te gaan welke bacterie specifiek verantwoordelijk is voor de ziekte om dan doelgericht een welbepaald antibioticum voor te schrijven. Zo krijgen de andere bacteriën niet de kans intussen allerhande mechanismen te ontwikkelen om een volgende keer resistent te zijn tegen het antibioticum in kwestie.
  • Natuurlijk moet de dosis antibiotica die genomen wordt ook voldoende hoog zijn om de bacteriën aan te pakken. Daarom is het zeer belangrijk de voorgeschreven dosis te respecteren en geen innames ’te vergeten’. Bij een te lage dosis krijgen de bacteriën immers ook weer alle kans om kennis te maken met het antibioticum, zonder uitgeroeid te worden. Een prima kans dus om ook weer mechanismen te ontwikkelen om niet meer op het antibioticum te reageren.
  • En precies hetzelfde geldt wanneer een kuur met antibiotica niet volledig afgemaakt wordt. Al te vaak stoppen mensen met de inname ervan wanneer de klachten verdwenen zijn. Toch zullen er op dat ogenblik nog steeds een aantal bacteriën aanwezig zijn, niet meer voldoende om u ziekte maken, wel voldoende om resistentie te ontwikkelen...

Intussen heeft die resistentie tegen antibiotica al voor onrustwekkende gevolgen gezorgd:

Jaarlijks duiken er wereldwijd 440 000 nieuwe gevallen van tuberculose op die niet meer op antibiotica reageren en die daardoor aanleiding geven tot 150 000 overlijdens.

In ziekenhuizen, de plek bij uitstek waar bacteriën voorkomen en antibioticagebruik hoog is, duiken zogenaamde ziekenhuisinfecties (zoals MRSA) op. Dit zijn infecties met bacteriën die resistent zijn tegen zowat alle beschikbare antibiotica. Heel wat mensen die in het ziekenhuis liggen en verzwakt zijn door een ingreep die ze ondergaan hebben of door een niet-infectieuze aandoening waarvoor ze werden opgenomen, raken in het ziekenhuis besmet door deze uiterst gevaarlijk en moeilijk behandelbare infecties. Dit vormt een enorme bedreiging voor verzwakte mensen die een belangrijke, soms levensreddende heelkundige ingreep moeten ondergaan zoals een transplantatie, een openhartoperatie enz., maar ook voor mensen die sterk verzwakt zijn door leukemie bijvoorbeeld.

.... maar ook virussen, parasieten en schimmels

Ook al is de antibioticaresistentie zeker in ons land het belangrijkste probleem, toch worden wij ook geconfronteerd met andere vormen van resistentie die zeer ernstig kunnen zijn. Doordat mensen meer en meer reizen, komen ze immers ook steeds vaker in contact met ziekteverwekkers in andere landen.

Een gekend probleem van een parasiet die niet langer op bestaande behandelingen reageert, is de parasiet Plasmodium, die malaria uitlokt. In bepaalde gebieden is deze malariaverwekker helemaal niet meer gevoelig voor behandelingen zoals kinine, chloroquine en andere producten die klassiek ingenomen werden door reizigers naar deze streken ter preventie van malaria. Een product dat men dus preventief kan gebruiken wanneer men naar de ene regio trekt, blijkt geen bescherming te beiden wanneer men naar een andere streek trekt enz.

Tot voor enkele jaren kwamen resistente schimmels nauwelijks voor. Intussen vormen ook zij een bedreiging in de ziekenhuizen. Bij mensen met een verzwakte afweer kan een invasieve schimmelinfectie veroorzaakt door een resistente Aspergillus-schimmel bijvoorbeeld levensbedreigend zijn.

Minder levensbedreigend maar niet minder vervelend is de resistentie van Candida albicans, een schimmel die verantwoordelijk is voor vaginale infecties. Candida albicans is niet de enige Candida-schimmel bij de mens. Onder Candida tropicalis en Candida glabrata worden bij mensen teruggevonden. Wie enkele keren een geneesmiddel tegen Candida albicans heeft gebruikt, kan meer last krijgen van een van die andere schimmels. Net zoals bacteriën bij antibiotica, kunnen candida-stammen ongevoelig of resistent worden voor de schimmelwerende behandelingen (antimycotica). De candida albicans verdwijnt door de behandeling, maar de resistente vormen nemen de plaats van albicans over en veroorzaken dan op hun beurt een infectie. Candida glabrata is daarvoor berucht. Voor een vaginale infectie met Candida glabrata bestaat momenteel zelfs geen afdoende behandeling: het verdwijnt tijdelijk maar komt daarna weer terug.

Bij de virussen zijn het vooral de herpesvirussen die steeds meer resistentie ontwikkelen tegen de gebruikelijke antivirale middelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content