Vic Calle onderhoudt dinoskeletten

Fossielen hebben geen geheimen meer voor Vic Calle (64). Toen hij in 1993 Spielbergs blockbuster Jurassic Park zag, sloeg de vonk voor dinosauriërs over. “Ik heb me gespecialiseerd in deze dieren en hun vindplaats. Ik kocht boeken, ging op zoek naar beenderen. Ik heb in bouwputten gekampeerd, steengroeven uitgekamd, ... Mijn vrouw en ik trekken regelmatig met de camper naar Normandië of andere plekken om fossielen te zoeken. Terug thuis prepareer en monteer ik de botten.”

Toen de gepensioneerde ziekenhuismagazijnier in 2005 mocht deelnemen aan een expeditie naar Blagovesjtsjensk in Rusland, op de grens met China, kwam zijn droom uit. Vic – opa Dino voor de kleinkinderen – zocht er vier weken lang samen met professionele paleontologen naar overblijfselen van de Amurosaurus riabinini. “We vonden, jaren na de eerste opgravingen van de soort, eindelijk een schedel. Zo’n oud bot vinden, dat is kicken.” En daar stopte het avontuur van de amateurpaleontoloog niet. Sinds vorig jaar bouwt hij twee dagen per week in het Museum voor Natuurwetenschappen als vrijwilliger mee aan de Plateosaurus, een 210 miljoen jaar oude planteneter van zes meter groot uit Zwitserland. Niet minder dan 230 stukken bot worden, onder leiding van paleontoloog Pascal Godefroit, voorzichtig uit hun sediment gehaald en op een metalen constructie gemonteerd. Maar het liefst vertoeft Vic in de glazen kooien bij de wereldberoemde Iguanodons van Bernissart. “Samen met een andere vrijwilliger haal ik schadelijk pyriet uit de botten. Het is zonde dat er niet meer geïnvesteerd wordt in de restauratie en in nieuwe expedities. Er ligt nog zo veel onder de grond. Als ik de lotto win, organiseer ik de grootste dino-expeditie ooit naar Mongolië of Argentinië. Ik ondervind wel dat urenlang op de knieën zitten me steeds moeilijker af gaat, maar zolang ik kan, doe ik verder. Ik voel me fantastisch hier in het museum, tussen die beesten.”

www.natuurwetenschappen.be