Spelconsoles uit de eighties en nineties zijn terug
Was jij dertig of veertig jaar geleden verslingerd aan je spelconsole? Groot nieuws: vandaag maken deze consoles en hun verslavende spelletjes hun comeback.
Het is een waarheid als een koe: 35 jaar geleden waren we... 35 jaar jonger. Ah, de eighties! De radio speelde aan één stuk door Cambodia van Kim Wilde en Billy Jean van Michael Jackson, terwijl de avonturen van een buitenaards wezentje dat naar huis wou bellen volle bioscopen lokten. Het was ook de tijd van de eerste grote golf van videogames, met de Atari 2600, de GameBoy van Nintendo en het MasterSystem van Sega. Want hoewel de eerste spelconsoles al in de jaren ’70 het licht zagen, werden die niet overal op hetzelfde moment gecommercialiseerd. Zo kwam de legendarische Atari AVS 2600 al in oktober 1977 op de Amerikaanse markt, maar was Europa pas in september 1981 aan de beurt. In de jaren ’90 volgde dan een tweede golf met de Super Nintendo, het Sony Play-Station en de Sega Saturn, die miljoenen fans hadden overal ter wereld.
Vandaag hebben veel gamers van toen een buikje en is hun haar grijs geworden – of verdwenen. Maar als je herinneringen ophaalt aan de roemruchte spelletjes van vroeger – Pac-Man, Space Invaders, Donkey Kong, Legend of Zelda, en noem maar op – gaan hun ogen blinken zoals die van een kind voor de etalage van een speelgoedwinkel. Met één groot verschil: die volwassene met zijn blinkoogjes kan zelf beslissen om de winkel binnen te stappen en dat speeltje te kopen. En dat laatste hebben de marketeers van Nintendo, Sony en de rest maar al te goed begrepen.
Nintendo wees de weg
Enkele halfslachtige pogingen niet te na gesproken, ging de bal in 2016 opnieuw aan het rollen met de lancering in Japan, de Verenigde Staten en Europa van de Nintendo Classic Mini: Nintendo Entertainment System. Een lange naam voor een miniatuurversie van het NES ( Nintendo Entertainment System) dat 29 jaar eerder in Europa werd uitgebracht en waarvan wereldwijd alles samen bijna 62 miljoen stuks over de toonbank gingen. De versie van 1987 was best omvangrijk (foto rechts boven), terwijl die van 2016 (hierboven) perfect in je hand past. Als teken des tijds is de nieuwkomer voorzien van een HDMI-kabel, zodat je hem kan aansluiten op je tv. Nog een verschil: anders dan zijn voorouder werkt hij niet met cartridges, maar bevat hij 30 ingebouwde games van toen: Super Mario Bros, Metroid, Final Fantasy,... Ze verschijnen op je scherm in 4:3-formaat, met de oorspronkelijke pixel definition.
Maar wie heeft nu in tijden van PlayStation 4 en Nintendo Switch nog belangstelling voor die ouderwetse technologie? Zelfs in de raad van bestuur van Nintendo waren de meningen verdeeld, maar de sceptici hebben ongelijk gekregen. In vijf maanden tijd verkocht het merk 2,3 miljoen exemplaren van het Nintendo Classic Mini: Nintendo Entertainment System. De wereldwijde vraag was zelfs zo groot dat de winkels niet konden volgen en snel door hun voorraad heen zaten. Na dat overweldigende succes besliste de Japanse fabrikant eerst de productie van die eerste retroconsole toch stop te zetten... om ze in 2018 weer uit te brengen. Winkelprijs: iets minder dan 60 euro.
Sega, Atari en Commodore volgden
Zou wat voor de ene spelconsole werkte, dat ook doen voor een andere? Probleem is dat niet alle voormalige fabrikanten van spelconsoles even goed hebben geboerd als Nintendo. Sommige gingen failliet, andere stopten met de productie van consoles, nog andere merken bleven enkel bestaan in de vorm van licenties. Zoals Sega: de Sega Mega Drive Flashback die vorig jaar op de markt kwam, wordt vandaag eigenlijk gemaakt door AtGames. Hij kost net geen 100 euro, is erg licht en bevat niet minder dan 85 games. Indrukwekkend! Of toch niet helemaal, want hun kwaliteit is erg ongelijk en naast de historische spelletjes – Sonic, Mortal Kombat, ... – zijn er ook nieuwe games die we eerlijk gezegd best kunnen missen. Een leuk detail is dat deze console wel een poort voor cartridges heeft: dus als je nog oorspronke-, lijke spelletjes hebt liggen, dan kan je daar weer volop van genieten. Naast NES en Mega-Drive is er nog veel meer keuze. Zo kan je nu ook een Super Nintendo Classic Mini kopen (ongeveer 85 euro), verschillende varianten van de Atari VCS 2600 (ongeveer 90 euro) en zelfs een heel mooie, gemoderniseerde Commodore 64 (ongeveer 60 euro). Eind 2018 sloot ook Sony zich bij de retro gaming trend aan met PlayStation Classic (ongeveer 100 euro). Het heeft precies dezelfde look als het origineel uit 1994, maar is wel 45% kleiner. En je krijgt er 20 games bij, waaronder Tekken 3, Rayman, Grand Theft Auto en Destruction Derby.
Graphics en speelplezier
Deze lichte, compacte consoles, die vaak tussen 60 en 100 euro kosten, imiteren allemaal de look van de oorspronkelijke modellen, want die nostalgische trekjes zijn een essentieel onderdeel van hun commerciële succes. Toch is er meer. Vergeleken met die van moderne consoles, stellen de graphics van de 8 of 16 bits spelletjes van de jaren ’80-’90 natuurlijk weinig voor. Maar zijn ze in alle opzichten minderwaardig? De games van 30 of 40 jaar geleden hebben nog altijd troeven die hen tijdloos maken: je hebt ze snel onder de knie, hun scenario is makkelijk te begrijpen en ze geven je zin om altijd verder te gaan. Ze zijn boeiend en amusant, zo eenvoudig is dat.