UItkijken over de krater van de Caldera de Taburiente. © BELGAIMAGE

La Palma: walhalla voor wandelaars

Vulkanen, bananen, cactussen en oerbos, zo zou je La Palma kunnen omschrijven. La isla bonita is door zijn aparte geografie vooral een droom voor wandelaars en mountainbikers.

La Palma is een van de minder bekende Canarische eilanden en blijft daardoor gespaard van het massatoerisme, terwijl het minstens evenveel troeven heeft als populaire buur Tenerife. Fenomenale vulkaankraters, desolate lavalandschappen, rustgevende oerbossen en grillige rotsformaties: overal eist de natuur een spectaculaire hoofdrol op. De bananenplantages, de artisanale tabaksrollers en de rumstokerijen zorgen voor een vleugje Caraïben.

De Mirador de la Concepción, een hooggelegen plein net buiten de hoofdstad Santa Cruz, biedt uitzicht op de vernieuwde haven, met zijn mastodonten van cruiseschepen. Even voorbij de kustlijn heft het landschap zich met een ruk steil omhoog en komen her en der rotspartijen tevoorschijn. Een ommetje langs de haven en de zeeboulevard toont dat het verleden hier nog op handen wordt gedragen. Kleurrijke houten huizen met balkons en achtergebleven verdedigingsforten verwijzen naar de jarenlange strijd tegen piraten, die uit waren op de schatten van het eiland.

Santa Cruz is een kleine stad met sfeervolle, autovrije straten waar eethuizen boetieks flankeren. In Casa Tey nippen we van een barraquito, een specialiteit van gezoete melk, kaneel, citroen en een scheut likeur. Uitgerekend in deze hippe koffiebar ontdekken we de historische band met ons land. Ten tijde van de grote ontdekkingsreizen was Santa Cruz een van de belangrijkste havens van West-Europa en was er intensief handelscontact met de haven van Antwerpen. Heel wat eilanders waren van Vlaamse komaf en tot vandaag kom je hier nog Vlaams klinkende namen tegen. We krijgen de sleutel van de houten bovenverdieping van de bar, waar de klok lijkt stilgezet: Vlaamse tegels, tapijten en heiligenbeelden schetsen een beeld van hoe het familieleven er op het eiland enkele eeuwen geleden aan toeging. Maar de echte schatten bevinden zich buiten, in de natuur.

De kaarsvormige bloem van de Echium wildpretii wordt tot 2,5 m lang.
De kaarsvormige bloem van de Echium wildpretii wordt tot 2,5 m lang.© BELGAIMAGE

Kraterrand

La Palma pronkt met 1.000 km bewegwijzerde en goed onderhouden wandelpaden. Trekking is dé topattractie. Dat werd al duidelijk op de heenvlucht: een rugzak en wandelschoenen blijken de standaardoutfit van de La Palma-reiziger. Dit is het steilste eiland ter wereld: op amper enkele kilometers kan je hier van nul tot 2.400 meter stijgen, maar er zijn allerhande soorten paden. De vulkaanroute – dé koningsroute – die van noord naar zuid om de vele kleine en grote kraters slingert, is een van de blikvangers en tegelijk een erg haalbaar parcours.

Wij starten op de Roque de Los Muchachos, de hoogste top van het eiland, aan de enorme krater van de Caldera de Taburiente, in het hart van het eiland. De weg ernaartoe – één uur rijden vanaf de kust – is lang en kronkelig en het stijgen gaat snel! Wie last heeft van hoogteziekte neemt best voorzorgen. Onderweg naar boven slaat de temperatuur om en kan je een jas gebruiken. Wanneer de laatste pijnbomen uit het gezicht verdwijnen komt de verlaten top in beeld. Net daarvoor duiken opvallende bollen tegen de bergflank op. Het zijn meetstations waar wetenschappers van overal ter wereld naartoe komen om de sterren te bestuderen. La Palma heeft zowat de helderste hemel van het noordelijk halfrond. Het laatste stuk naar de top is nog een stevige klim en de ijle hoogte doet je op je adem trappen. Maar het gehijg loont! Te midden van een landschap van 50 tinten rode lava blijf je turen naar die diepe kloven. Of naar de voorbij jagende wolkenpartijen, die als een waterval over de kraterrand stromen.

Een oude windmolen in Garafía.
Een oude windmolen in Garafía.© GETTY IMAGES

Het noorden van het eiland is het meest steile en van oudsher geïsoleerde deel. Pas in de jaren ’60, toen er een weg naar het noorden werd aangelegd, kwam de ontwikkeling op gang, maar nog steeds is het hier rustiger dan elders. We passeren typische pioniersdorpen – San Andrés y Sauces en Garafía – waar de bekende schoenenontwerper Manolo Blahnik opgroeide. We houden halt in het kleine Las Tricias, een van de meest pittoreske plekken, om een wandeling doorheen een subtropisch decor aan te vangen. We slingeren langs een geitenpaadje, ingesleten door de duizenden voeten die hier al eeuwen voor ons dezelfde route stapten. De hele weg lang is er dat geweldige vergezicht op de oceaan en op een gigantische collectie cactussen.

Wat ons verstomd doet staan zijn de mysterieuze drakenbomen, die verfijning en prehistorische oerkracht harmonieus laten samensmelten. Ik kan blijven kijken naar het lijnenspel, waarbij elke boom wel het werk lijkt van een beeldhouwer. Sommigen worden tot honderden jaren oud! Af en toe spotten we ook ingangen van prehistorische grotten. Sommigen worden vandaag opnieuw bewoond door avontuurlijke jongeren. Een totaal ander stukje natuur biedt een wandeling in het door de Unesco erkende oerbos Los Tilos, een enorm laurierbos waar je tal van planten aantreft die elders uitgestorven zijn.

Praktisch

Erheen. Wij vlogen met Iberia, via een overstap in Madrid, naar La Palma, www.iberia.com

Logeren. Wij verbleven in Hotel H10 Taburiente Playa****, www.h10hotels.com

Meer weten. www.spain.info, www.visitlapalma.es

Partner Content